Het klinkt zo mooi en we dromen er allemaal van: een veilige school, een warme leer- en leefgemeenschap, gedeelde waarden, shalom, mensen kunnen bloeien… Maar de praktijk is vaak weerbarstig. Soms loop je tegen lastige dilemma’s of ronduit spannende situaties aan in de klas. Een verziekt klimaat in de klas, botsing tussen verschillende (levens)overtuigingen, worstelingen met geaardheid, leerlingen die groot verdriet met zich meedragen. Hoe ga je daarmee om?
In dit artikel gaan we met Hans Bakker (onderwijspedagoog, leerkracht in het PO, lector aan de CHE) en Ronald de Graaf (historicus, lerarenopleider aan de CHE en oud-geschiedenisdocent) in gesprek over een aantal van dit soort spannende situaties. En we wijzen op interessante onderzoeken en hulpmiddelen die je hierin verder kunnen ondersteunen.
Rachid kijkt af tijdens een spellingtoets. Zijn juf ziet het gebeuren. Zodra de juf hem berispt, loopt Rachid woedend de klas uit. Wat is hier aan de hand en hoe ga je hiermee om?
Een leerling komt na schooltijd naar zijn leraar toe. Zijn vader had thuis gezegd dat ‘dat van God en Jezus en zo’ in het echt flauwekul is. Hoe ga je om met botsing tussen levensbeschouwelijke waarden van thuis en school?
Meer in het algemeen is het van belang te werken aan goede samenwerking tussen school en ouders. In dit voorbeeld werd duidelijk dat er thuis en op school soms flink verschillende boodschappen kunnen klinken. In de fase van de basisschool interpreteren Na de voorstellingsfase (voor de geboorte), de voedingsfase (0-2 jaar), autoriteitsfase (tot 4 jaar) volgt de vierde fase van het ouderschap in de basisschoolperiode: de interpretatiefase (E. Galinsky (1987), The six stages of parenthood. Cambridge: Perseus Books). Hierna volgen nog de interafhankelijkheidsfase (voortgezet onderwijs) en vertrekfase (vervolgopleiding en verder).ouders voor hun kinderen hoe de wereld in elkaar zit. Maar ook op school leren zij veel over de wereld. Dan kan loyaliteit in het geding komen. Een kind is primair loyaal aan zijn ouders. Probeer er als leraar alles aan te doen om een kind niet in een loyaliteitsconflict Lees meer hierover in Mirjam Stroetinga's hoofdstuk 'Ouders voor altijd' in het boek Samen werken aan leren en opvoeden (Oostdam & De Vries, 2014, pp.47-58).te brengen. Dan wordt de groeiruimte van het kind kleiner en wordt leren minder makkelijk.
Meester Hans is homo. En hij werkt op een christelijke school. Een leerling vraagt: ‘meester, waarom heb jij geen vriendin?’ Hoe ga je daar als homofiele christenleraar mee om? En wat is rondom het thema seksuele diversiteit in het algemeen aan te bevelen aan christelijke scholen? Wat kun je bijvoorbeeld met het woord ‘respect’ in dit verband?
Omdat het hier gaat om een christelijke homodocent kan het nuttig zijn om te kijken op de website van ChristenQueer, de vereniging van christelijke LHBTI’ers.
De EO maakte een televisieserie over jonge transgenders op zoek naar liefde: Love me gender.
Tijdens de pauze zie je vanuit je ooghoeken dat Rogier alleen staat op het schoolplein. Hij mag niet meedoen. Hij wordt buitengesloten. Hoe hiermee om te gaan als leraar?
Lees hier meer over het onderzoek waar Hans Bakker naar verwees en over de rol van de leraar bij pesten.
Leerlingen komen in aanraking met verdriet. Bijvoorbeeld als hun ouders scheiden. Wat hebben deze leerlingen nodig?
Proberen enige afstand te nemen en tijd om de situatie te beschrijven, zo objectief mogelijk, met de volgende hulpvragen:
Welke mogelijkheden zijn er om het probleem op te lossen of de bestaande situatie te verbeteren? Hulpvragen:
In gesprek gaan met verschillende theologische, filosofische en ethische denkwijzen en zoeken naar aansluiting bij en herkenning van ons probleem. Hulpvragen:
Met hulpvragen: