Als het spannend wordt...

Leestijd: 4 minuten
Geschreven door: Berber Vreugdenhil & Henk-Jan van Maanen

Omgaan met spannende situaties in de klas

Het klinkt zo mooi en we dromen er allemaal van: een veilige school, een warme leer- en leefgemeenschap, gedeelde waarden, shalom, mensen kunnen bloeien… Maar de praktijk is vaak weerbarstig. Soms loop je tegen lastige dilemma’s of ronduit spannende situaties aan in de klas. Een verziekt klimaat in de klas, botsing tussen verschillende (levens)overtuigingen, worstelingen met geaardheid, leerlingen die groot verdriet met zich meedragen. Hoe ga je daarmee om?

In dit artikel gaan we met Hans Bakker (onderwijspedagoog, leerkracht in het PO, lector aan de CHE) en Ronald de Graaf (historicus, lerarenopleider aan de CHE en oud-geschiedenisdocent) in gesprek over een aantal van dit soort spannende situaties. En we wijzen op interessante onderzoeken en hulpmiddelen die je hierin verder kunnen ondersteunen.

Rachid kijkt af – cultuurverschillen

Rachid kijkt af tijdens een spellingtoets. Zijn juf ziet het gebeuren. Zodra de juf hem berispt, loopt Rachid woedend de klas uit. Wat is hier aan de hand en hoe ga je hiermee om?

Van God los – botsende uitingen van levensbeschouwelijke waarden

Een leerling komt na schooltijd naar zijn leraar toe. Zijn vader had thuis gezegd dat ‘dat van God en Jezus en zo’ in het echt flauwekul is. Hoe ga je om met botsing tussen levensbeschouwelijke waarden van thuis en school?

Meer in het algemeen is het van belang te werken aan goede samenwerking tussen school en ouders. In dit voorbeeld werd duidelijk dat er thuis en op school soms flink verschillende boodschappen kunnen klinken. In de fase van de basisschool interpreteren Na de voorstellingsfase (voor de geboorte), de voedingsfase (0-2 jaar), autoriteitsfase (tot 4 jaar) volgt de vierde fase van het ouderschap in de basisschoolperiode: de interpretatiefase (E. Galinsky (1987), The six stages of parenthood. Cambridge: Perseus Books). Hierna volgen nog de interafhankelijkheidsfase (voortgezet onderwijs) en vertrekfase (vervolgopleiding en verder).ouders voor hun kinderen hoe de wereld in elkaar zit. Maar ook op school leren zij veel over de wereld. Dan kan loyaliteit in het geding komen. Een kind is primair loyaal aan zijn ouders. Probeer er als leraar alles aan te doen om een kind niet in een loyaliteitsconflict Lees meer hierover in Mirjam Stroetinga's hoofdstuk 'Ouders voor altijd' in het boek Samen werken aan leren en opvoeden (Oostdam & De Vries, 2014, pp.47-58).te brengen. Dan wordt de groeiruimte van het kind kleiner en wordt leren minder makkelijk.

‘Meester, waarom heb jij geen vriendin?’ – seksuele diversiteit

Meester Hans is homo. En hij werkt op een christelijke school. Een leerling vraagt: ‘meester, waarom heb jij geen vriendin?’ Hoe ga je daar als homofiele christenleraar mee om? En wat is rondom het thema seksuele diversiteit in het algemeen aan te bevelen aan christelijke scholen? Wat kun je bijvoorbeeld met het woord ‘respect’ in dit verband?

Omdat het hier gaat om een christelijke homodocent kan het nuttig zijn om te kijken op de website van ChristenQueer, de vereniging van christelijke LHBTI’ers.

De EO maakte een televisieserie over jonge transgenders op zoek naar liefde: Love me gender.

Rogier doet niet mee – pesten

Tijdens de pauze zie je vanuit je ooghoeken dat Rogier alleen staat op het schoolplein. Hij mag niet meedoen. Hij wordt buitengesloten. Hoe hiermee om te gaan als leraar?

Lees hier meer over het onderzoek waar Hans Bakker naar verwees en over de rol van de leraar bij pesten.

Een leerling met verdriet – omgaan met rouw

Leerlingen komen in aanraking met verdriet. Bijvoorbeeld als hun ouders scheiden. Wat hebben deze leerlingen nodig?

Algemene informatie en hulpbronnen

  • In het project ‘Persoonlijk meesterschap op de werkplek’ van het Center of Expertise Persoonlijk Meesterschap (CEPM) is onderzocht welke professionele identiteitsspanningen op de werkplek worden ervaren door aanstaande en beginnende leraren. Tevens zijn ervaringen opgedaan hoe hen daarmee te leren omgaan. Dit leverde het katern Omgaan met professionele identiteitsspanningen op de werkplek op. Een belangrijk begrip in dit project is agency: het controle hebben over het eigen handelen met een zekere mate van autonomie en eigenheid.
  • Tamme Spoelstra en Hans Bakker identificeerden een aanvullende spanning, specifiek gericht op levensbeschouwing. Zodra hier een publicatie van beschikbaar komt, wordt daar hier naar verwezen.
  • In Project Ongehoord onderzochten Amsterdamse jongeren hoe tijdens de Tweede Wereldoorlog mensen werden vervolgd vanwege hun afkomst. Op basis hiervan is een lessenpakket met video’s gemaakt. Het project is bedoeld om het gesprek met jongeren aan te gaan over discriminatie of uitsluiting op basis van geloof, afkomst of cultuur. In te zetten bij lessen geschiedenis, maatschappijleer, burgerschap of andere lessen of projecten over bijvoorbeeld discriminatie, antisemitisme, islamofobie, identiteit en democratie.
  • Bij het onderkennen, hanteren en (indien mogelijk) oplossen van morele dilemma’s in onderwijssituaties kan je gebruik maken van het stappenplan, zoals dat wordt beschreven Zie document onderaan dit artikeldoor Hans Borst. Dit plan onderscheidt vier stappen, die kunnen helpen om op een geordende ethische manier te reflecteren op de situatie. Het gaat om de volgende 4 stappen.

De 4 stappen

1. Foto

Proberen enige afstand te nemen en tijd om de situatie te beschrijven, zo objectief mogelijk, met de volgende hulpvragen:

  • Wat zijn de gegevens en zijn ze duidelijk, volledig en relevant?
  • Wie zijn bij het probleem betrokken?
  • Wat dreigt er voor immoreels te gebeuren?
  • Hoe wordt het moreel probleem of dilemma geformuleerd2

2. Handelingsalternatieven

Welke mogelijkheden zijn er om het probleem op te lossen of de bestaande situatie te verbeteren? Hulpvragen:

  • Welke handelingsalternatieven zijn er?
  • Welke overwegingen spelen daarbij een rol?
  • Welke waarden, normen of artikelen uit de beroepscode zijn in het geding?

3. Morele discussie

In gesprek gaan met verschillende theologische, filosofische en ethische denkwijzen en zoeken naar aansluiting bij en herkenning van ons probleem. Hulpvragen:

  • Vanuit welke levensbeschouwing wordt de morele discussie gevoerd?
  • Welke criteria zijn van belang in de morele discussie om een keuze te maken?
  • Welke verborgen waarden, normen of belangen spelen mee?
  • Welke waarden en normen vanuit jouw levensbeschouwing wegen het zwaarst?
  • Welke beslissing zou je overwegen?

4. Uitkomst: beslissing.

Met hulpvragen:

  • Op grond waarvan heb je deze beslissing genomen?
  • Hoe kan de gekozen beslissing verantwoord worden?
  • Hoe wordt de gekozen beslissing getoetst?
  • Wat gebeurt er als er (verder) geen oplossing is?

Bestanden

borst.pdf
7 February

Artikel delen

Meer artikelen

Leraren kunnen bloeien

Wat heb je nodig om een goede christelijke leraar te zijn en blijven? Hoe kom jíj tot bloei? Laat je inspireren door Bert Roebben & Bram de Muynck.

Talentontwikkeling

Leerlingen aanmoedigen om te leren, zich te ontwikkelen en tot bloei te komen: hoe gaaf is dat! Gevarieerd onderwijs doet recht aan de diversiteit en de veelkleurige rijkdom van Gods schepping.