Het lijkt zo normaal dat het er is. Christelijk onderwijs is echter allesbehalve vanzelfsprekend, zeker als je bedenkt dat in de meeste landen iets als christelijk onderwijs onmogelijk is. Hier in Nederland mag onderwijs (voorlopig) nog wel volop christelijk zijn. Maar wat betekent dat dan?
Christelijk onderwijs is allesbehalve vanzelfsprekend. Onderwijs moet immers ‘neutraal’ zijn en toegankelijk voor iedereen, ongeacht sociale status, ras of religie. Het is goed mogelijk dat ook in Nederland het ‘bijzonder onderwijs’ in dat opzicht op de schop gaat. Dat je je als school niet langer zult kunnen verschuilen achter je recht op specifiek religieus gekleurd onderwijs.
Hoe dan ook, het is een urgente vraag voor iedere christelijke school: christelijk onderwijs, wat is dat dan? Wat zegt dat over het soort school, het soort onderwijs, de achterliggende visie of het concept dat deze school hanteert?
Eerst maar eens: wat vind jij?
In het boekje Mensen kunnen bloeien hebben we geprobeerd hierover een compacte basisvisie te presenteren. Hier vind je de nog compactere samenvatting van dat boekje. Zeker scholen die zich als ‘expliciet-christelijk’ beschouwen zullen er hun winst mee kunnen doen.
We zullen direct maar de meest prominente punten weggeven van wat volgens ons christelijk onderwijs kenmerkt.
Ethos
De sfeer, identiteit en stijl van de school kun je het ethos van de school noemen. Met ethos wordt het geheel van waarden aangeduid die op een school wordt aangetroffen. Dat ethos stempelt het schoolklimaat, de algemene sfeer en zendt stilzwijgend de boodschappen uit die duidelijk maken waar het in de school om gaat. Iedere school heeft op deze manier een gedeeld verhaal. Daarin verwoordt zich het gezamenlijk verstaan van de identiteit, de betekenis van goed onderwijs, de waarden en ambities van de school.
Gemeenschap
Bij een christelijke school hoort de school als gemeenschap belangrijk te zijn. Je wordt gezien als persoon die ingebed is in een gemeenschap. Juist in een tijd waarin het individu en dus ook het individuele kind te zeer centraal zijn komen te staan is het belangrijk de school als gemeenschap centraal te stellen. Een christelijke school is een geloofsgemeenschapJe bidt samen, je leest en leeft samen uit de Bijbel. Je markeert je afhankelijkheid van God in vieringen en laat het geloof de dragende grond van je activiteiten zijn., een pedagogische gemeenschapSchool is een plek waar je als leerling gevormd, opgeleid en toegerust wordt. Dat vraagt om een sfeer van onderling respect, erkenning van talenten, aandacht en wederzijdse verantwoordelijkheid. en een morele gemeenschapJe belichaamt en oefent christelijke waarden en deugden. Niet omdat je het als christenen onder elkaar graag zo fijn wilt hebben, maar omdat je in een wereld leeft die er niet zonder kan: gerechtigheid, vrede, zorgzaamheid, moed, verantwoordelijkheid, vertrouwen..
Waarden
Bij het ethos van de school horen waarden. Bij een christelijke visie past het om de mens in vier relaties te zien staan: de relatie tot God, de relatie tot jezelf, tot de ander en tot de wereld.
Wat voor pedagogische visie past er bij zo’n ethos? Christelijke pedagogiek vertrekt vanuit twee paradoxen die laten zien dat je om mens te worden op de ander aangewezen bent:
Leren hoort bij de mens. We hebben een ingeschapen drang tot leren, we staan open om te leren van de wereld, van ervaringen en indrukken. Het leervermogen van de mens is fantastisch, maar behoeft richting en structurering. Dat gebeurt heel concreet door er stapje voor stapje leiding aan te geven. De opgave van ieder onderwijssysteem is om talenten van mensen niet te beknotten, maar om kinderen aan te moedigen om te leren, zich te ontwikkelen en hen tot bloei te brengen.
Openstaan is centraal. Openheid, ontvankelijkheid, verwondering en nieuwsgierigheid voor Gods wonderbaarlijke wereld zijn de leidende principes van onderwijs, het ontwerpen van leeromgevingen en de rol van de docent. Het onderwijs is gevarieerd omdat het recht wil doen aan een diversiteit aan talenten en onderwijsbehoeften. Zo moedig je kinderen aan om te leren, zich te ontwikkelen en tot bloei te komen. Net zoals de Bijbel de groei van het Koninkrijk beschrijft in organische metaforen, is leren, ontwikkelen en opleiden een organisch proces, waarbij geleerd wordt vanuit wat er al is om vervolgens stappen te maken naar wat nog gekend of beheerst moet worden.
Dit vindt plaats in uitdagende leeromgevingen met veel sociale interactie, waarbij sprake is van open leren: leren is exploratief, creatief en nooit ‘af’. Leren is geen fastfood tot je nemen, maar vraagt om tijd, aandacht en geduld. Kennis en attitudes moeten ingeoefend worden en wortelen. Kairos: Bij leren hoort dat plotseling ‘het kwartje valt’. Dat je iets snapt, iets kunt, dat de zon door de wolken breekt. Je bent het je vaak niet zo bewust, maar ieders levensontwikkeling bestaat bij de gratie van zulke gouden momenten. ‘Gratie’ is ook echt een woord dat hier bij past, want we zien het als genade, iets dat ons van God toevalt dat we inzicht ontvangen en kunnen groeien in kennis en vaardigheden. Dat noemen we met een bijbels woord kairos: het moment van genade dat leren is. Persoonlijke groei en bloei vormen geen tegenstelling met dienstbaarheid voor elkaar en voor de samenleving. Op een christelijke school waardeer je elkaars kwaliteiten en leer je elkaars beperkingen te accepteren.
Leren is ten diepste gemeenschappelijk. Het is een dialogisch en relationeel proces dat draait om voortdurende ontmoeting tussen jou en ‘de ander’ of ‘het andere’: de leerstof, de docent, de medeleerling en niet te vergeten de ontmoeting met jezelf. Achter deze ontmoetingsdynamiek staat de ontmoeting met God. Onder leren als dialogisch proces ligt dan ook liefde: het is een groeiproces waarin je leert jezelf, de ander, de wereld en door dat alles heen God zelf lief te hebben. De relatie tussen de docent en de leerling staat in de praktijk centraal: de docent is de gids die de leerling voorgaat in het verlenen van betekenis. De docent is christelijk rolmodel, toeruster en opleider. Docenten zijn zich bewust dat leren breder is dan voorbereiding op toetsen. Ze hebben hart voor God, hart voor de leerling en hart voor de leerstof. Het perspectief van hun onderwijs is dat leerlingen tot bloei komen in Gods koninkrijk.
Gert Biesta heeft terecht de genuanceerde drieslag ontworpen dat het in onderwijs gaat om kwalificatie, socialisatie en subjectificatie, waarbij het hart van leren volgens hem bij dat laatste ligt: de subjectificatie, ofwel de ‘persoonwording’. Met iets andere woorden noemen wij het persoonsvorming, opleiding en toerusting.
We zetten de vorming als persoon bewust voorop en zijn ervan overtuigd dat opleiding tot een goed niveau en toerusting tot burger in de samenleving daarin meekomen. Los van de toewijding voor de groei en de bloei voor een mens als persoon zal kwalificatie tot een technocratische aangelegenheid worden en socialisatie tot een los zwevend project ‘burgerschap’.
Vorming van de persoon heeft heel de mens op het oog, dus niet een bepaald stukje. Daar gaat het over als de Bijbel spreekt over God liefhebben met heel onze ziel, ons hart, ons verstand en al onze krachten.
Persoonsvorming centraal stellen is geen keuzeoptie voor christelijk onderwijs. Het ís het christelijk onderwijs.
Dat betekent dus dat het christelijk onderwijs zich in z’n keuzes, bestuur, prioriteiten en ambities hierop moet richten.
Het perspectief op het koninkrijk van God betekent dat christelijk onderwijs gericht is op wat de Bijbel shalom noemt: vrede en gerechtigheid. Deze gerichtheid leert je dienstbaar en liefdevol je plek innemen in een complexe en plurale maatschappij.
Christelijk onderwijs heeft expliciete aandacht voor goed burgerschap in de samenleving, contact met kwetsbare groepen, oog voor sociale en ecologische activiteiten waarin gewerkt wordt aan herstel in Gods gebroken schepping.
Betekent dit alles nu dat je alleen als christen een werkelijk goede visie op opvoeding en onderwijs kunt ontwikkelen? De realiteit leert dat dat volstrekt niet het geval is. We ontvangen in de werkelijkheid een enorme rijkdom van gaven van de Schepper die overal zichtbaar zijn waar mensen in liefde, zorg en toewijding leren en groeien.
Een expliciet christelijke school heeft zich echter wel bewust te voeden uit wat je een ‘christelijke wereldbeschouwing’ kunt noemen. Het besef te leven in de werkelijkheid van God, in een wereld die zijn schepping is, en tegelijk in alles getekend door de zondeval, maar ook vol van tekenen van verlossing en herschepping – dat alles kleurt, voedt en draagt het christelijk bezigzijn met alle aspecten van opvoeding en onderwijs.
Vanuit onze visie op christelijk onderwijs zoeken we naar manieren waarop christelijk onderwijs ook echt goed onderwijs is, en van welke factoren dat afhangt. Het is duidelijk dat de school als christelijke leer- en leefgemeenschap belangrijk is. De docenten zijn gids en voorbeeld in het onderwijsleerproces, maar de leerlingen dragen mede-eigenaarschap en groeien daar in.
Het is belangrijk dat een christelijke school ruimhartig aandacht besteed aan vorming en toerusting van haar leraren. Leraarschap vraagt hoe dan ook om voortdurende reflectie op je karakter, houding en vaardigheden, maar zeker christelijke leraren hebben zich regelmatig in teamverband af te vragen: zijn we nog met de goede dingen bezig en hebben we ons hart er nog bij?
Een christelijk leraar dient bewust identiteitsdrager van de school te zijn, heeft zich christelijk-pedagogische principes eigengemaakt en leeft vanuit een christelijke levensbeschouwing.
Een christelijke leraar is actief, motiverend en stimulerend en is zich bewust van zijn of haar rol als gids en coach. Je bent je echter ook bewust dat je een kwetsbaar en gebroken mens bent. Dat neem je in alles met je mee en helpt je om mild naar anderen en naar jezelf te kijken. In alles is liefde de grondtoon – liefde voor God, voor leerlingen, voor de leerstof.
Laat je over dit thema verder informeren en inspireren door Bram de Muycnk en Bert Roebben in het artikel Leraren kunnen bloeien!
De school is een leergemeenschap die vanuit haar ethos een leeromgeving vormt. Dit zijn drie ‘ontwerpregels’ voor een krachtige leeromgeving:
Onderwijsvormen die bij deze ontwerpregels passen zijn: activerende didactiek, vormen van samenwerkend leren, vakoverstijgend werken, passend en talentgericht onderwijs, werkvormen waarin het contact met de samenleving en met beroepspraktijken wordt gestimuleerd.
Vormend onderwijs en ontwikkelingsgericht onderwijs overstijgen deze afzonderlijke benaderingen en brengen ze samen in een perspectief. Dat is het perspectief van de mens die als persoon een brede ontwikkeling doormaakt, zijn of haar talent leert inzetten in een besef van dienstbaarheid en verantwoordelijkheid. Mensen kunnen bloeien en leeromgevingen kunnen daarop worden ingericht.
School is een plek waar geleerd wordt. Niet alleen door leerlingen, maar ook door docenten en de schoolgemeenschap als geheel. Docenten hebben tijd voor reflectie en gemeenschappelijke bezinning nodig. Dat mag beslist geen sluitpost van de agenda en de roosters zijn, het is een voorwaarde voor een reflectieve schoolcultuur.
Die reflectie moet schoolbreed plaatsvinden, maar is juist ook effectief in de kleinere verbanden van teams en vakgroepen waarin docenten bijeenkomen die eenzelfde vak geven. Niet alleen binnen een school is deze reflectie nodig, het is juist ook belangrijk om uit te reiken naar andere scholen en te leren van elkaar.
Onderwijskwaliteit is in Nederland te veel een kwestie van meten en weten geworden. Scholen hebben dikwijls het idee dat daarmee aan de vraag naar wat echt goed onderwijs is wordt voorbijgezien. De inspanningen in de klas worden niet waargenomen en de vormende kracht van onderwijs blijft buiten beeld waarin het verhaal en de ambities van de school een grotere rol spelen.
Terecht is er daarom toenemende aandacht voor wat brede kwaliteitsontwikkeling heet. Vanuit de leerstoel Christelijke identiteit in maatschappelijke praktijken werken we aan manieren waarop je de specifiek christelijke onderwijskwaliteit – de vraag of je christelijke identiteit echt leeft en doorwerkt in de breedte en diepte van het schoolzijn – kunt bespreken en verbeteren.