Vorming: tussen onderwijsdoelen en doelloosheid

Leestijd: 4 minuten
Geschreven door: Wolter Huttinga

Wil je een denker leren kennen, dan is dat vaak heel goed te doen aan de hand van zijn of haar geliefde metaforen. Ook bij Bram de Muynck kan dat. Vrijdagochtend 31 januari 2020 sprak hij voor de tweede maal een groep onderwijsprofessionals toe die in Doorn waren samengekomen rond de leerstoel christelijke identiteit van de Theologische Universiteit Kampen.

Bram de Muynck als bevindelijk pedagoog

Hij begon met beeldspraak van zijn vorige lezing: de zolder van het huis als ‘verborgen plek van de leerling’, als de ‘plaats van ontvankelijkheid’. Voor de Muynck zit het hart van opvoeding niet in uiterlijk zichtbare dingen en meetbare resultaten, maar speelt het zich af op een onzichtbaar, onmeetbaar niveau. Daarmee spreekt hij de taal van de ziel, van de innerlijkheid of zelfs van de bevinding en de mystiek. En dat in een tijd waarin alles juist draait om buitenkant, om meetbaarheid en efficiëntie.

‘Doelloze’ persoonsvorming

De Muyncks verhaal had als titel De uitnodiging om rechtop te gaan, dat terugkwam in zijn bijbellezing uit Genesis 4. Daarin vraagt God aan Kaïn waarom hij ‘zijn hoofd heeft laten zakken’ (HSV). “Is het niet zo”, vraagt God, “dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen?” Leren rechtop te gaan en de ander vrijmoedig in de ogen kijken – voor de Muynck is dat een typisch beeld van waar vorming toe leidt.

Maar hoe kan een leraar dat bevorderen? Niet de leraar, maar ‘de leerling vormt zichzelf’ is immers het adagium sinds de opkomst van het Bildungsideaal. Zeker, alles is vormend, ook de schoolactiviteiten die vallen onder kwalificatie en socialisatie.

Maar zelfs binnen het domein van wat we vaak ‘vorming’ of subjectificatie noemen wil de Muynck onderscheid maken tussen een deel dat in doelen gevangen kan worden en een deel waarin dat niet meer mogelijk is. En dát is nu volgens hem persoonsvorming.

Dus voor persoonsvorming reserveert de Muynck alleen het ‘rechterrijtje’. Aan de linkerkant kun je denken aan het sociaal-emotionele welbevinden van een jongere. Daar zijn wel degelijk toetsbare doelen te stellen. De rechterkant gaat volgens hem over de meer spirituele vraag ‘waar verschijn jij als persoon?’

Kunst van het vertragen

Krijgen leerkrachten niet alleen maar meer werkdruk als we gaan benadrukken dat school zich moet richten op vorming? Wel als we vorming zien in het kader van het linker rijtje hierboven, zo betoogt de Muynck. Dan moeten we voor ons gevoel heel hard gaan werken om allerlei doelen te bereiken. De Muynck benadrukte dat het er voor de leerkracht eerder om gaat te leren ontvankelijk te worden voor wat zich aandient, en voor de dingen waar je niet op ingesteld was. Nee, persoonsvorming betekent niet dat je het gewone onderwijsritme veronachtzaamt, maar dat je een evenwicht weet te vinden tussen activiteit en receptiviteit. En juist aan dat laatste ontbreekt het ons vaak, in onze drukke, overprikkelde tijd.

Formuleer een onderwijsdoel

Het was grappig dat in de middagbijeenkomst direct een heel andere toon leek te klinken. De ‘Verkenningsgroep Vorming in het VO’ Greijdanus en de GSR zijn als scholen elk op hun eigen manier bezig met ontwikkelingen op het gebied van brede vorming. Omdat ze merkten dat ze niet alles zelf kunnen is samenwerking gezocht. Met elkaar en met experts vanuit Verus en de TU Kampen. Samen werkt deze Verkenningsgroep Vorming aan een conceptueel kader voor vorming, het bouwen aan vormingscurricula, instrumentarium voor evaluatie van vorming en de manier waarop docenten kunnen worden toegerust om met vorming bezig te zijn. Meer weten over deze samenwerking en wat we met elkaar ontwikkelen? Neem dan contact met ons op door een e-mail te sturen naar: mathilde.tempelman@greijdanus.nl of via identiteitsplein@gmail.com.presenteerde zich en gaf workshops.

Op de powerpoint kregen we de vraag ‘Formuleer een onderwijsdoel voor vorming, aansluitend bij de missie/visie van je school’. Dat leek op het eerste gezicht natuurlijk te schuren met de boodschap van de Muynck van ’s ochtends. Vorming en ‘doelen’, gaan die nu wel of niet samen? Het bleek overigens nog best een opgave om van de mooie woorden over vorming tot een concreet doel te geraken.

Martin Jan de Jong, bestuurder van Greijdanus, vertelde hoe ze op zijn school ook die verlegenheid hebben gevoeld. Vorming is ‘alles’, maar hoe maak je het concreet en merkbaar? Ze werken op het Greijdanus nu met het Agora-model, waarin leerlingen gericht ervaringen opdoen in verschillende domeinen, en waarin juist ook de ervaring van het andere, het onbekende, of ‘de ander’ gezocht wordt.

Huib van Leeuwen van de GSR vertelde over de ‘sociale zelfevaluatie’ die de school van zichzelf heeft gedaan aan de hand van het instrumentarium van de academische werkplaats sociale kwaliteit van de UvA. Hij kan het iedereen aanraden.

“We beweren dat vorming voor ons bovenaan staat, maar hoe geven we dat vorm? En is er samenhang en verbinding met onze missie en visie?”

De GSR werkt nu aan een doorlopend vormingscurriculum, dat de vrijblijvendheid voorbij wil zijn.

Zoals gebruikelijk was het weer een inspirerende netwerkbijeenkomst, die ook weer food for thought opleverde.

Is vorming nu uiteindelijk ‘doel-loos’ en rust zij in receptiviteit? Of creëer je daarmee een sfeer van vrijblijvendheid en blijft christelijk onderwijs een netwerk van ‘goedebedoelingenscholen’?

Artikel delen

Meer artikelen

Als het spannend wordt...

Hoe om te gaan met pesten, gender issues, diversiteit, rouw? Laat je inspireren door Hans Bakker en Ronald de Graaf.

Leraren kunnen bloeien

Wat heb je nodig om een goede christelijke leraar te zijn en blijven? Hoe kom jíj tot bloei? Laat je inspireren door Bert Roebben & Bram de Muynck.